Fantasie maakt het brein sterker
Een kind dat met een houten lepel een draak verslaat of een handdoek als cape draagt, doet veel meer dan zomaar spelen. Uit hersenonderzoek blijkt dat fantasiespel een grote invloed heeft op de ontwikkeling van jonge kinderen.
Spelen is hersenwerk
Tijdens fantasiespel worden verschillende delen van het brein actief, zoals de gebieden die zorgen voor taal, geheugen en emotieregulatie. Kinderen leren zich verplaatsen in anderen, oplossingen bedenken en emoties herkennen. “Fantasiespel is een natuurlijke oefenschool voor sociale vaardigheden,” zegt hoogleraar ontwikkelingspsychologie Eveline Crone. “Kinderen leren door doen alsof hoe de wereld werkt.”
De kracht van verbeelding
Psycholoog Lev Vygotsky beschreef al dat fantasiespel een oefenterrein is voor denken, plannen en samenwerken. Moderne hersenwetenschap bevestigt dat: bij kinderen die actief fantaseren, worden verbindingen in de prefrontale cortex versterkt. Dat is het hersengebied dat belangrijk is voor zelfbeheersing en sociaal gedrag.
Een veilige manier om te leren
In fantasiespel mag alles. Een kind oefent emoties zonder echt gevaar. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van empathie, blijkt uit onderzoek van het Nederlands Herseninstituut. Wanneer kinderen doen alsof ze verdrietig, bang of dapper zijn, worden dezelfde hersengebieden actief als bij echte emoties.
Wat kun je als gastouder doen?
- Geef kinderen de ruimte om vrij te spelen.
- Bied losse materialen aan (doeken, blokken, knuffels) die ze zelf betekenis kunnen geven.
- Speel af en toe mee, maar laat het kind de regie houden.Zo bouw je samen niet alleen aan plezier, maar ook aan een sterk en sociaal brein.
Leden van KNGO lezen meer in onze online kennisbank
Bronnen:
- Crone, E. (2018). Het puberende brein. Amsterdam University Press.
- Vygotsky, L. (1978). Mind in Society. Harvard University Press.
- Nederlands Herseninstituut (2023). Spel en hersenontwikkeling bij jonge kinderen